• Stichting Van Afval naar Grondstof

  • Streetmaster Mea Kriek: ,,Ik vind het heerlijk werk.”

    ,,Het is natuurlijk wel leuk als je woonomgeving er leuk en schoon uitziet”. Het is een stralende dag en Mea Kriek straalt ook wanneer ze vertelt over de omgeving van de Boekweitland in Soest-Midden. Keurig aangeharkte perkjes, een insectenhotel en fleurige en kleurige bloemen zijn het decor van de binnentuin aan het woonerf. Mea houdt van een schone omgeving. Het is een van haar motivaties om actief te zijn als Streetmaster.

    Als echtgenote van Jaap van den Berg, die bekendstaat als de marathonman én de natuurman van Soest, is het niet onlogisch dat Mea staat voor een schone wereld. Maar kom bij haar niet aan dat ze enkel en alleen door haar man is geïnspireerd. ,,Nee, zeker niet. Ik was vroeger al activistisch ingesteld. De actie ‘Zuidereng Nee’ in de jaren zeventig werd door mij stevig omarmd. Je had er toch niet aan moeten denken dat dwars door Soest een rondweg was aangelegd. Nu ligt daar prachtig akkerland met een mooie molen en velden met prachtige bloemen.”

    Mea kwam Rob Kleinegris van Stichting Van Afval naar Grondstof tegen op de atletiekvereniging Pijnenburg. Rob polste haar om actief te worden als Soester Streetmaster. Die werkhandschoenen pakte Mea graag op. ,,In die periode ging ik minder werken en inmiddels ben ik met pensioen. Ik heb een hekel aan nietsdoen, dus uiteraard trok ik graag het oranje hesje aan om de buurt schoon te houden. Ik vind het heerlijk werk.”

    Enthousiasme kan je Mea niet ontzeggen. Smakelijk vertelt ze over haar avonturen op de momenten dat ze gewapend met een grijparm, plastic zak en handschoenen en gekleed in het hesje met opschrift ‘ik hou mijn buurt schoon, u ook?’ de wijk ingaat. Meestal gaat ze op maandag op pad. Dan ligt er veel rommel die in het weekend is achtergelaten. ,,Ik ruim het zwerfvuil onder meer rondom de sporthal. Daar vind je letterlijk van alles. Van condooms tot wietzakjes en van die capsules met lachgas. Het zal wel bij deze tijd horen. Ik woon vlakbij maar heb verder weinig last van rondhangende jeugd. Laatst heb ik wel wat pubers gewezen op de troep die ze achterlaten. Maar een groep jongeren is lastig aan te spreken op gedrag. Het is daarom maar goed dat de Stichting VAnG de jeugd op de basisscholen al bewust maakt op het voorkomen en ruimen van zwerfvuil. Maar het zijn niet alleen jongeren hoor. Ik spreek ook mensen aan die hun honden op straat laten poepen en dan te beroerd zijn om het op te ruimen. Nee dat doe ik niet altijd vriendelijk. Ik hoef de aardigheidsprijs niet te verdienen. De Bosstraat is een goed voorbeeld hoe schoon Soest kan zijn. Je kan wel zien dat Rob Kleinegris daar in de buurt woont.”

    Samen met Jaap heeft Mea heel veel landen gezien. Jaap loopt in zoveel mogelijk landen een marathon en Mea gaat dan mee voor de halve marathon. Mea vertelt hoe in andere landen ook een rommelig straatbeeld kan ontstaan. ,,Wanneer je in de voormalige Sovjet-landen komt zijn de steden heel schoon. Zodra je op het platteland komt zie je vooral armoede. Het erf is niet schoon. In Armenië gebruiken ze oude auto’s als opslagplaats. Mensen worden intensief door armoede.”

    Het werk als Streetmaster heeft volgens Mea veel voordelen. Naast het creëren van een schone buurt is het vooral de interactie met buurtbewoners en collega-Streetmasters dat haar aanspreekt. ,,Ik ben ‘lid’ van de Streetmasters, maar wel volkomen vrij wanneer ik mijn taak uitvoer. Dat vrijblijvende vind ik prettig. Het werk is aanstekelijk. Jaap was eerst sceptisch, maar grist nu ook plastic uit de bosjes en perkjes. Onlangs was een kennis van mij meegegaan. Zij hielp mee de Dalweg van zwerfvuil ruimen. Zij wil graag meedoen. Ik denk dat ik wekelijks één tot anderhalve vuilniszak zwerfvuil ruim. Ongemerkt wandel ik zo een flink stuk, je bent in de buitenlucht en mensen spreken mij altijd met positieve reacties aan. Het is hooguit een uurtje werk. Iedereen die een beetje tijd overheeft zou het moeten doen.”