• Stichting Van Afval naar Grondstof

  • Bonbons en kip voor Streetmaster Wilma Nauta

  • Wilma Nauta is sinds mei van dit jaar toegetreden tot het vrijwilligerskorps van de Soester Streetmasters. De Soesterse ging schoorvoetend aan de gang maar vindt het werk inmiddels erg leuk. Om de dag is zij te vinden in de omgeving van de bibliotheek/Idea in Overhees. Werk genoeg daar!

    ,,Tjalling Roosen heeft mij enthousiast gemaakt”, vertelt Wilma, terwijl zij met haar streetmaster een blikje uit de bosjes plukt. ,,Ik ken hem al jaren. Wij zitten beiden in de muziekwereld. Hij vertelde mij dat deze klus wel wat voor mij was. Een telefoontje naar Rob Kleinegris bracht alles aan het rollen. In eerste instantie was ik wat sceptisch. Iedereen kan toch zijn of haar eigen troep opruimen, was mijn gedachte. Maar nu ik ermee begonnen ben krijg ik er echt plezier in. Het mooie is dat je eer van je werk krijgt. De omgeving wordt schoner en ik merk dat er gewoon minder zwerfvuil is. Blijkbaar stimuleert een schone omgeving. Mijn buurvrouw zag mij lopen in mijn hesje en vroeg wat dit werk nou oplevert. Ik was op dat moment niet ad rem genoeg om te zeggen dat dit werk veel voldoening en een schone wijk oplevert. Mooi dat ik dit nu alsnog via dit interview kan zeggen.”

    Het is typerend voor Wilma. Zij houdt ervan om mensen te ontmoeten en daar een praatje mee aan te knopen. Zelf zegt zij daarover: ,, Mijn (inmiddels overleden) moeder zei, toen ik een oude heer ergens mee hielp: ‘jij kunt met iedereen overweg’.” Wilma werkte in het onderwijs, stond aan de wieg van de kinderopvang en ging later in de verzorging werken. ,,Ik werkte vooral met ouderen, heb een cursus omgaan met dementie en gedragsproblematiek gedaan. Nu ik gepensioneerd ben bezoek ik middels de SWOS nog steeds ouderen.”

    Terug naar de Streetmasters. Het was voor Wilma niet vanzelfsprekend om in een hesje de straat op te gaan. In het begin zijn er sceptische gedachten. ,,Alsof ik een taakstraf had, zo voelde ik mij”, herinnert Wilma zich. ,,Maar inmiddels ben ik dat wel kwijt hoor. Ik weet nu precies op welke plekken ik moet zijn. Wanneer ik erg veel rommel tegenkom of ik zie dat er vernielingen gedaan zijn, zoals laatst bij de bibliotheek, dan neem ik contact op met Gerard Walet van de gemeente. Die onderneemt dan actie. Hier kan vaak veel troep liggen hoor. Vooral na het weekend. Dan vind ik bierflesjes en glas. Echt een puinzooi is het dan.”

    Ook de coronacrisis laat letterlijk sporen na heeft Wilma ondervonden. ,,In de bus moet iedereen een mondkapje op. Zodra ze de bus verlaten worden die dingen weggeslingerd en die liggen dan overal.”

    Het goede werk van Wilma wordt gewaardeerd. Voorbijgangers en buurtbewoners reageren positief en de winkeliers aan de Tamboerijn tonen hun waardering met lekkernijen. ,,Ja, dat was zo leuk”, glundert Wilma. ,,De medewerkster van de kaaswinkel gaf mij een doosje bonbons en de slager kwam met een halve kip. Zij vonden het beiden geweldig wat ik deed en wilden zo hun dankbaarheid uiten.”