• Stichting Van Afval naar Grondstof

  • Heden, 11 september 2014, verschenen voor mij, mr. Wouter Melchior Erik van Veeren, notaris te Soest:

    1. de heer Jan Bredewold.
    2. de heer Robertus Marius Franciscus Kleinegris.

     De verschenen personen verklaarden bij deze akte een stichting op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:

    Artikel 1 - Naam en Zetel

    1. De stichting draagt de naam: Stichting Van Afval naar Grondstof (bij afkorting ook genaamd: Stichting VanG).
    2. Zij heeft haar zetel te Soest.

    Artikel 2 – Doel

    1. De stichting heeft ten doel:
    2. de gezondheid van mensen, dieren en planten blijvend te verbeteren door een afvalvrije omgeving te scheppen;
    3. de belasting van het milieu door afval maximaal te reduceren met als einddoel het scheppen van een volledig afvalvrije omgeving door optimale kringloop;
    4. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
    5. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
    6. a. het bijdragen aan de bewustwording dat vrijwel alle materialen kunnen worden hergebruikt, hetgeen de afvalberg en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen vermindert;
    7. het bevorderen van bewustwording dat gebruiksafval een nieuw leven kan gaan leiden als grondstof voor nieuwe producten, waarbij het volledig scheiden van afvalsoorten een absolute voorwaarde is, zodat een geringere aanslag wordt gepleegd op natuurlijke hulpbronnen, door middel van het op brede schaal geven van informatie op basisscholen in alle groepen, waarbij de bovenbouw van de basisschool een voortrekkersfunctie krijgt;
    8. het geven van milieueducatie op scholen;
    9. het organiseren van projecten en evenementen om recycling op school van eet- en drinkafval te stimuleren en het gebruik daarvan te verminderen met als doel bij scholieren en de gezinnen waarvan zij deel uitmaken een bewustwordingsproces op gang te brengen;
    10. het stimuleren van meer milieuvriendelijke productieprocessen;
    11. het geven van lezingen.
    12. De stichting heeft als hoofdthema's : "Zuinig zijn op onze planeet Aarde" en "Moeder Aarde Gezond". Het ontwikkelen van hulpmiddelen om dit te realiseren hoort daarbij.
    13. De stichting dient het algemeen belang.
    14. De stichting heeft geen winstoogmerk.

    Artikel 3 – Geldmiddelen

    1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit:
    2. a. het stichtingskapitaal;
    3. subsidies en sponsorbijdragen;
    4. giften en donaties;
    5. hetgeen verkregen wordt krachtens erfstellingen of legaten;
    6. hetgeen verkregen wordt uit door de stichting uitgeoefende activiteiten;
    7. op andere wijze verkregen middelen.
    8. De stichting mag geen uitkeringen doen aan een oprichter of aan een bestuurder.
    9. 3. Alle geldmiddelen worden aan de doelstelling besteed.

    Artikel 4 - Bestuur: samenstelling en wijze van benoemen

    1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste twee leden. Het aantal bestuursleden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgelegd.
    2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.
    3. De bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd.
    4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden.
    5. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

    Artikel 5 - Bestuur: taak en bevoegdheden

    1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
    2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
    3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
    4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

    Artikel 6 - Bestuur: vergaderingen

    1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald.
    2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.
      Daarnaast wordt elk kwartaal een vergadering gehouden.
    3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders daartoe de oproeping doet.
    4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een oproepingsbrief of via een elektronisch communicatiemiddel.
    5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
    6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
    7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
    8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

    Artikel 7 - Bestuur: besluitvorming

    1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
      Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden.
    2. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
    3. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
    4. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard.
    5. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
      Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
    6. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
    7. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
    8. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.

    Artikel 8 - Bestuur: defungeren

    Een bestuurder defungeert:

    1. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door zijn ontbinding of indien hij ophoudt te bestaan;
    2. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
    3. door zijn aftreden;
    4. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
    5. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.

    Artikel 9 – Vertegenwoordiging

    1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
    2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
    3. Tegen een handelen in strijd met artikel 5 lid 3 kan tegen derden beroep worden gedaan.
    4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

    Artikel 10 - Boekjaar en jaarstukken

    1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
    2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
    3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
    4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
    5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

    Artikel 11 – Commissies

    1. Het bestuur kan één of meerdere commissies instellen en opheffen. Het bestuur stelt daarbij de taak en de bevoegdheden van de commissies vast.
    2. 2. De leden van de commissies worden benoemd en ontslagen door het bestuur.

    Artikel 12 – Reglement

    1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
    2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
    3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen.
    4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing.

     

    Artikel 13 – Statutenwijziging

    1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
    2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.
    3. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

    Artikel 14 - Ontbinding en vereffening

    1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
    2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van overeenkomstige toepassing.
    3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld, zulks met dien verstande dat het eventueel batig liquidatiesaldo moet worden besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling van de stichting. In andere gevallen van ontbinding wordt de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld door de vereffenaars, die het bepaalde in de vorige zin hierbij in acht nemen.
    4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
    5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
    6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

    Artikel 15 – Slotbepalingen

    1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
    2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
    3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op éénendertig december tweeduizend veertien.

    Slotverklaring

    Ten slotte verklaarden de verschenen personen dat bij deze oprichting:

    1. het bestuur bestaat uit twee bestuurders;
    2. voor de eerste maal worden tot bestuursleden benoemd, in de achter hun naam vermelde functie:
    3. de verschenen persoon sub 1., de heer Jan Bredewold, als voorzitter;
    4. de verschenen persoon sub 2., de heer Robertus Marius Franciscus Kleinegris, als secretaris en penningmeester.

    SLOT
    De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE is verleden te Soest op de datum in het hoofd van de akte vermeld. De zakelijke inhoud van de akte is aan de verschenen personen meegedeeld en daarop is een toelichting gegeven.
    De verschenen personen hebben verklaard van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met beperkte voorlezing in te stemmen. De akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen personen en vervolgens door mij, notaris.