• Stichting Van Afval naar Grondstof

  • Er heerst volgens landbouwminister Schouten 'maatschappelijke onrust' over de manier waarop terreinbeheerders bomen kappen. Twee concurrerende teams van experts moesten het conflict oplossen. Maar de conclusies lopen uiteen, ook financieel.

    Bosbeheer in Nederland 'is versimpeld tot akkerbouw met bomen' en zwaar verliesgevend, oordeelt de oud-rentmeester van Kroondomein Het Loo, Jaap Kuper. Hollandse Hoogte / Buiten-Beeld

    In het kort:
    Minister Schouten neemt kap van halve hectares bos tegelijk als 'uitgangspunt' voor het bosbeleid. Kritische experts rapporteren dit weekend dat de kaalkap jaarlijks tientallen miljoenen euro's verspilt.  Verschil tussen kaalkap en selectieve houtoogst is het verschil tussen verlies of winst op het bos.

    Behalve de stikstofcrisis zit het departement van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) met nog een andere taaie kwestie: hoe Nederland zijn bossen beheert. Twee kampen staan tegenover elkaar: voorstanders van periodiek kaalkappen van complete boomplantages versus de aanhangers van selectief kappen van een enkele boom uit het bos.

    Ten opzichte van de grote wereldproblematiek lijkt dit klein bier. Maar met verrassend veel geld als inzet. En de tegenstellingen lopen hoog op. Zo hoog dat landbouwminister Schouten 'maatschappelijke onrust' signaleerde over dit thema. In het uitvoeringsdocument van haar Bossenstrategie dat de bewindsvrouw vorige maand voor bespreking naar de Tweede Kamer stuurde, verklaart zij alle ophef met: 'Het kappen van bomen zal altijd emoties oproepen.'

    Maar er moet meer aan de hand zijn dan een oprisping van sentiment als zelfs een voormalig directeur van Staatsbos­beheer, een oud-decaan en hoogleraar van de landbouwuniversiteit Wageningen en een ex-rentmeester van de Kroondomeinen het door Schouten bepleite bosbeleid afkeuren als een vorm van kaalslag. Tegenstanders van het bosbeleid van de overheid bestempelen het als ‘rampzalig voor de biodiversiteit’.

    Concurrerend team
    Het bos, en de omgang daarmee, verdeelt ook de Tweede Kamer in twee vrijwel gelijke helften. Aangespoord door een kamermotie gaf Schouten afgelopen zomer opdracht de voor- en nadelen van kaalkappen te onderzoeken. Zelfs die opdracht riep nieuw verzet op. Om de onrust te bezweren, accepteerde de minister dat naast haar officiële onderzoeksteam nog een tweede concurrerend team van kritische deskundigen over dit dispuut rapporteert.

    Dat laatste team publiceert dit weekeinde zijn speurwerk. De officiële equipe die de minister aan het werk heeft gezet, rondde vorige maand hun werkstuk al af. Maar dat rapport heeft LNV op dit moment nog niet naar de Kamer gestuurd. Het FD kon daarvan niettemin al kennisnemen. En wat blijkt, na lezing van beide concurrerende studies: de twee ploegen van geleerden zijn het oneens.

    Voormalig rentmeester van Kroondomein Het Loo, Jaap Kuper: 'Tussen de kaalkap die de minister voorstaat en de selectieve kap die wij adviseren, zit tientallen miljoenen euro's verschil per jaar.'

    De experts verschillen zelfs al van mening over de definitie van kaalkap. In het door de minister aangevraagde onderzoek Ecologische effecten van vlaktekap stellen de Wageningse wetenschappers Jan den Ouden en Frits Mohren dat gelijktijdig kappen van een halve hectare bomen — een stuk bos van ruim een half voetbalveld — geen echte kaalkap kan heten.

    Halve hectare kapvlakte 'efficiënt'
    Houtoogst van deze omvang achten zij geen probleem maar 'efficiënt'. Waarmee hun onderzoek een steun in de rug is voor Schoutens Bossenstrategie. Want dat neemt voortaan kapvlaktes van een halve hectare 'als uitgangspunt bij regulier beheer' van bossen.

    Maar hoe 'efficiënt' die vlaktekap precies is, berekenen Den Ouden en Mohren niet. De factor geld komt in hun rapport niet voor. Dat bevreemdt Jaap Kuper, voormalig rentmeester van Kroondomein Het Loo. Hij schreef de financiële bijlage van het dit weekeinde uitgebrachte tegenrapport Ecologische effecten van vlaktekap op de kwaliteit van bosecosystemen door een team onder leiding van oud-WUR-decaan Rudy Rabbinge.

    'Een kosten/baten-analyse van het voorgestelde kapbeleid ontbreekt in het rapport van Den Ouden en Mohren', zegt Kuper. Ook Schoutens Bossenstrategie mist zo'n doorrekening volgens hem. Bosbeheer zonder kosten/baten-analyse is 'misleidend', zegt Kuper, die tegenwoordig in de wereld een veel gevraagd bosconsulent is.

    Akkerbouw met bomen
    Op een zandweg over de Utrechtse Heuvelrug wijst Kuper naar wat hij het resultaat acht van die misleiding: een plantage van allemaal even jonge dennen. 'Daar is het bosbeheer versimpeld tot akkerbouw met bomen. Met een gemiddeld exploitatieverlies van €60 per hectare per jaar.'

    Staatsbosbeheer en andere boseigenaren zijn volgens Kuper sinds de bezuinigingen in 2010-2012 door toenmalig staatssecretaris Henk Bleker (CDA) weer op grote schaal oude dennenbossen tegen de vlakte gaan halen, die de vrijgekomen ruimte met allemaal even jonge zaailingen worden herplant. In blokken van een halve hectare, is dat wel degelijk 'kaalkap', weerspreekt Kuper de door LNV ingeschakelde experts.

  • Mengelmoes
    Kuper draait weg van de eenvormige dennenplantage en wijst naar de overkant van het zandpad op een mengelmoes van loof- en naaldbomen, jong en oud door elkaar. 'Hier staat het bos van de toekomst, met een gemiddelde exploitatie-opbrengst van jaarlijks €35 per hectare.'

    Die winst is mogelijk doordat bij selectieve kap van een gemengd bos de beheerskosten lager zijn. De aanlegkosten zijn nihil omdat dit bos zichzelf verjongt. Terwijl de houtopbrengst bij 'plenteren', zoals deze bosbouwmethode heet, bijna even hoog is, rekent Kuper uit in het tegenrapport van de groep-Rabbinge.

    Met 218.000 hectare Nederlands productiebos bedraagt het verschil tussen plenteren en vlaktekap volgens de gegevens die de groep-Rabbinge aandraagt opgeteld jaarlijks €21 mln. Dan is er nog de overheidssubsidie, die volgens Kuper 'wordt gebruikt om het exploitatietekort van kaalkap te dekken'. In 2018 kregen boseigenaren €99 subsidie per hectare. Voor het productiebos komt dat op €22 mln verliessubsidie.

    Revitalisering
    'Revitalisering' van alle 370.000 hectare Nederlandse bos, bijvoorbeeld door ingevoerde bomen aan te planten die tegen hitte en droogte kunnen, vergt volgens de minister tot 2050 nog eens €1,5 mrd: €50 mln per jaar. Geld dat volgens Kuper niet hoeft te worden uitgegeven als bos zichzelf mag verjongen: 'Hoef je niets voor te doen, dus dat moet je op z'n minst onderzoeken.'

    Om verdroging tegen te gaan, willen overheden honderden hectares naaldbomen vervangen door loofbomen die minder water verdampen. Den Ouden en Mohren schatten dat nog eens circa 500 hectare bos voor andere natuur als hei plaats moet maken. 'Niet allemaal noodzakelijke maar wel verliesgevende ingrepen', oordeelt Kuper. De omvang van het met verlies beheerde bos wil het kabinet ook nog 10% uitbreiden komende tien jaar. De kosten van die uitbreiding raamden Delftse onderzoekers al eens op €100 mln per jaar.

    Tientallen miljoenen
    Het bosdebat draait dus ook om harde euro's en niet alleen om emoties, wil Kuper maar zeggen. 'Tussen de kaalkap die de minister voorstaat en de selectieve kap die wij adviseren, zit tientallen miljoenen euro's verschil per jaar', concludeert Kuper. En dan laat hij 'de ecologische schade' van kaalkap, waar zijn mede-auteurs over schrijven in het rapport van de groep-Rabbinge, nog buiten beschouwing.